Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Waregem

“Als politie wisten we niet dat het label bestond, maar de weg ernaartoe beantwoordde bij ons wel een nood om ook als politie eens op een andere manier samen te werken.” (Mira Frederik Vandecasteele, korpschef lokale politie)

Label ontvangen in 2024.

Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Jo Neirynck, schepen van Jeugd:
“In 2015 hadden we een eerste intakegesprek om mee te dingen naar het label. We hadden toen net ons masterplan speelruimtebeleid geschreven, waarin we het belang aanhaalden van inspraak en van transversaal ambtelijk overleg over het speelweefsel. Na het intakegesprek waren we enthousiast, het label behalen was een uitdaging met enorm potentieel. Toch is toen de beslissing genomen om niet in te stappen omdat er te weinig tijd was binnen de Jeugddienst om het dossier te trekken.

‘Kindvriendelijke Stad’ verscheen opnieuw op onze radar in 2021, toen hebben we niet geaarzeld om in te stappen. Onze motivatie was nog steeds dezelfde als in 2015: een mooie opportuniteit om ons bestaand stedelijk beleid te gaan aftoetsen bij kinderen en jongeren en de kans om echt in de breedte te kunnen gaan werken. Het is een moment om even te stoppen en te checken: ‘Zijn we juist bezig? Waar zien jonge inwoners nog blinde vlekken?’”

“Het is een moment om even te stoppen en bij kinderen en jongeren te checken: ‘Zijn we juist bezig? Waar zien jonge inwoners nog blinde vlekken?’”

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Mira Frederik Vandecasteele, korpschef lokale politie:
“De weg naar het label zorgt ervoor dat verschillende diensten en partners samen nadenken om het beleid beter af te stemmen op de verwachtingen en beleving van de kinderen, gefundeerd op cijfers, bevragingen... Als politie was het interessant om ook eens een andere rol te kunnen gaan innemen en niet enkel vanuit repressieve hoek te kijken. Als politie wisten we niet dat het label bestond, maar de weg ernaartoe beantwoordde bij ons wel een nood om ook als politie eens op een andere manier samen te werken.”

“Als politie was het interessant om ook eens een andere rol te kunnen gaan innemen en niet enkel vanuit repressieve hoek te kijken.”

Waar zijn jullie het meest trots op?
Flor Coussement, jeugdconsulent:
“Dat we zowel ‘hardere domeinen’ zoals ruimtelijke ordening en publiek domein en ‘zachtere domeinen’ zoals communicatie en welzijn samen rond de tafel hebben gekregen. Voeg daar ook nog de politie als externe partner aan toe en je hebt een brede kerngroep die vaak nog nooit op dergelijke manier heeft samengewerkt. We zijn ook wel best trots op de omvang van onze belevingsonderzoeken in de aanloop naar het label. In totaal praatten we daar met meer dan duizend kinderen en jongeren over hun stad. Een stevig werkje, maar wel erg waardevol. En kinderen en jongeren konden het enorm appreciëren.”

“In totaal praatten we daar met meer dan duizend kinderen en jongeren over hun stad. Een stevig werkje, maar wel erg waardevol. En kinderen en jongeren konden het enorm appreciëren.”

Sarah Vanlancker, brugfiguur secundair: “Het gevoel van trots binnen het beleidsdomein Welzijn zit ‘m in de oprichting van het strategisch platform. Door gezamenlijke doelstel-lingen te formuleren, werken beleidsdomeinen gezamenlijk aan langetermijnimpact en duurzaamheid van initiatieven voor kinderen en jongeren.

Samenwerken versterkt ook de krachten van de betrokken domeinen, wat resulteert in een grotere impact van beleidsmaatregelen. Kortom, het strategisch platform als werkgroep, met verschillende beleidsdomeinen biedt een gestructureerde en samenhangende aanpak om de complexiteit van de behoeften van kinderen en jongeren aan te pakken. Er is ook nu al consensus dat het orgaan zeker blijft bestaan en in de toekomst ook zeker kan wijzigen in samenstelling. Naar gelang nieuwe noden opduiken, kunnen ook nieuwe partners aansluiten.”

“Kortom, het strategisch platform als werkgroep, met verschillende beleidsdomeinen biedt een gestructureerde en samenhangende aanpak om de complexiteit van de behoeften van kinderen en jongeren aan te pakken.”

Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Sanne Vervalle, omgevingsambtenaar:
“In navolging van de ervaringen bij de opmaak van de Gaverbeekvisie en het lopende participatietraject DNA van het Dorp Nieuwenhove (in samenwerking met de provincie), zetten we graag verder in op betrokkenheid van kinderen op masterplanniveau. Hiervoor is al enkele malen samengewerkt met lagere scholen en de middelbare scholen in Waregem. Ook de dienst Publiek Domein tracht de input van de jeugd te capteren bij grotere ontwerpopdrachten voor toekomstige projecten zoals ons Jeugdeiland en de Esplanade aan de stadionvijvers in het centrum.”

Flor Coussement: “We behalen het label ook aan de vooravond van een nieuwe legislatuur. We willen dus zeker ook met de nieuwe bestuursploeg alle kansen grijpen om de stem van kinderen en jongeren binnen alle beleidsdomeinen aan bod te laten komen. Het helpt wel zeker dat er draagvlak is, zowel binnen het huidige schepencollege als binnen de huidige gemeenteraad. We zijn er ons wel van bewust dat er verder gewerkt zal moeten worden aan dat draagvlak op ambtelijk en politiek vlak. Want soms moet je maar één extra persoon op de juiste plek meekrijgen in het kindvriendelijke verhaal, om een sneeuwbaleffect te krijgen.”

“Soms moet je maar één extra persoon op de juiste plek meekrijgen in het kindvriendelijke verhaal, om een sneeuwbaleffect te krijgen.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Flor Coussement
: “Een voorbeeld zijn de kaartjes die nog steeds gebruikt worden op eve-nementen. Kinderen en jongeren kunnen ermee suggesties doen aan de stad. Waar die optie vroeger vrijblijvend bestond, is ze nu eerder structureel aanwezig. Als er een evenement plaatsvindt dat zich op kinderen richt, dan is het beeld van deze twee jonge inwoners niet ver weg.

Een andere actie focust op natuurlijkere en groenere speelruimte. Spelen kan veel meer in-houden dan een klassieke speeltuin, daarnaast weten we ook dat er nood is aan groene ruimte om te ontspannen. In dit praktijkvoorbeeld gaan kinderen zelf aan de slag met de inrichting van het pleintje nabij hun school. Ze denken verder dan een grasveld: er komen bomen, heuvels, wadi‘s en struiken om kampen te bouwen."