Lille
“Je wordt tijdens het traject continu uitgedaagd om je werking te evalueren en bij te sturen. Dat zorgt ervoor dat alles heel kritisch wordt bekeken.” (Kathleen Truyts, deskundige Jeugd)
Label ontvangen in 2024.
Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Chiel Danckers, schepen van Jeugd: “In januari 2019 vatte ik als nieuwe schepen van Jeugd binnen een totaal nieuw bestuur de legislatuur aan zonder een echt jeugdbeleidsplan, zonder een grote visie over wat voor gemeente we willen zijn voor de kinderen en jongeren. De jeugddienst vormde in zekere zin een eiland binnen de gemeentelijke werking. De initiatieven voor Jeugd waren geen onderdeel van een omvattend plan. Dat was een groot gemis.
Toen Bataljong daarom op vraag van mezelf en de toenmalige jeugdconsulente kwam uitleggen wat het traject richting Kindvriendelijke Gemeente zou kunnen inhouden, leek het me ideaal om van daaruit te vertrekken. We gingen het engagement dus aan. Het traject was daarbij belangrijker dan het behalen van het label.
Sindsdien werkten we immers aan een heldere visie, deden we een beroep op honderden kinderen en jongeren, leerkrachten, ouders, interne en externe diensten, enz. om onze plannen mee vorm te geven. Zo kwamen we dus niet alleen tot die heldere visie, maar ook tot gedragen plannen waarbij ook andere diensten dan de jeugddienst eigenaarschap opnemen."
“Zo kwamen we dus niet alleen tot die heldere visie, maar ook tot gedragen plannen waarbij ook andere diensten dan de jeugddienst eigenaarschap opnemen.”
"Op die manier wordt het kindvriendelijke denken ingeburgerd in onze gemeente als organisatie. Door deze omslag, is de kindvriendelijke trein nu helemaal vertrokken.”
Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Kathleen Truyts, deskundige Jeugd: “Als je voor het label Kindvriendelijke Gemeente gaat, zijn er een aantal fases die je moet doorlopen. Door elke stap zorgvuldig toe te passen, bots je al snel op uitdagingen. Je wordt continu uitgedaagd om je werking te evalueren en bij te sturen. Dat zorgt ervoor dat alles heel kritisch wordt bekeken. Het traject verplicht je om samen te werken met heel veel partners. In de eerste plaats met kinderen en jongeren, maar ook met collega’s uit andere gemeentediensten, schooldirecties, kinderopvang , ouders… Door iedereen te betrekken, groeit een gedragen visie op kindvriendelijkheid. Steeds meer collega’s zetten de kindvriendelijke bril op. Wat goed is voor kinderen, is bovendien meestal goed voor iedereen.
We leerden hoe belangrijk het is om:
- te luisteren naar de stem van kinderen en jongeren.
- andere diensten te betrekken om zo samen een sterke visie te kunnen uitdragen.
- acties samen te evalueren met alle betrokken partners.
- terug te koppelen naar al die betrokken partners.
Door dit traject te doorlopen lieten we het jeugdbeleid uitbreken uit de jeugddienst en daar ben ik bijzonder fier op.”
Isabelle Maes, deskundige Mobiliteit: “Binnen onze organisatie zijn we trots op de vooruitgang die we de afgelopen jaren hebben geboekt in de ontwikkeling van een kindvriendelijke gemeente. Het is duidelijk merkbaar dat het besef van het belang van een kindvriendelijk beleid is gegroeid. Binnen de dienst mobiliteit zijn onze fietsstraten en de invoering van een zone 30 mooie voorbeelden hiervan. Net zoals we extra inzetten op trage wegen.
Sinds onze gemeente zich heeft ingezet voor een kindvriendelijk beleid, hebben we dan ook grote stappen vooruit gezet. Waar voorheen beperkt rekening werd gehouden met de behoeften van kinderen en jongeren, zien we nu dat dit steeds meer geïntegreerd wordt in ons beleid en onze infrastructuur. Bij de heraanleg van de openbare ruimte proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met de noden van jongeren en kinderen en bekijken we de situatie ook door hun ogen. Zo zit er in onze mobiliteitsraad ook een vertegenwoordiging vanuit de jeugdraad. In al onze schoolomgevingen zijn fietsstraten ingericht, en in de vier dorpskernen hebben we een zone 30 ingevoerd. Dit zorgt ervoor dat kinderen zich veiliger en zelfstandiger kunnen verplaatsen in onze gemeente. Deze maatregelen komen niet alleen kinderen en jongeren ten goede, maar ook andere kwetsbare groepen, zoals ouderen.”
“Waar voorheen beperkt rekening werd gehouden met de behoeften van kinderen en jongeren, zien we nu dat dit steeds meer geïntegreerd wordt in ons beleid en onze infrastructuur.”
Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Nele De Bie, deskundige Communicatie: “Tijdens ons belevingsonderzoek merkten we dat we jongeren moeilijk konden bereiken. Doorheen ons traject hebben we ondertussen sterk ingezet op het bereiken van jongeren. Zo organiseren we dit jaar voor de tweede keer tienerdagen, hebben we ingezet op het creëren van verschillende plekken waar jongeren kunnen samenkomen, en startten we het project Move-it op. We merken dat deze zaken werken en we bereiken hiermee veel jongeren.
Het digitaal bereiken van jongeren blijft wel een uitdaging. Sociale media lijken ideaal maar we hebben momenteel enkel een Facebook- en Instagrampagina. Op Facebook zitten niet meer veel jongeren, vooral de 12- tot 18-jarigen missen we hier. Op Instagram bereiken we iets meer jongeren, maar nog niet voldoende. We zijn daarom op zoek naar een geschikt communicatiekanaal voor jongeren. We zijn ons ervan bewust dat dit een moeilijke zoektocht is, maar we willen de jongeren hierbij betrekken en hen de vraag stellen wat een ideaal kanaal kan zijn en welke info zij graag zouden krijgen. Het kanaal zouden we dan idealiter samen met jongeren willen beheren. Daarnaast willen we blijven inzetten op het duurzaam verankeren van kindvriendelijke gemeente binnen onze diensten. We merken dat we hierin al sterk zijn gegroeid, waardoor meer en meer collega’s een kindvriendelijke reflex hanteren bij nieuwe en bestaande projecten.”
Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Bert Meulders, medewerker Vrije Tijd: “In maart 2023 werd gestart met het project Move-it, in samenwerking met Arktos. De focus van dit project ligt op maatschappelijk kwetsbare, andersgeorganiseerde jongeren. Vormingsmedewerker Michiel gaat de straat op om (hang)jongeren op te zoeken in hun eigen omgeving en contact te leggen. Door regelmatig aanwezig te zijn op hun plekjes wordt de leefwereld van de jongeren verkend en een vertrouwensband opgebouwd. Dankzij een specifieke begeleiderhouding en de nodige aandacht voor het unieke karakter en de unieke bagage van elke jongere, krijgt iedere jongere de kans om zijn of haar eigen traject af te leggen. Voor deze jongeren is het belangrijk om te ervaren dat het lokaal bestuur naar hen wil luisteren en in hen wil investeren – eerdere ervaringen van deze jongeren met openbare (politie)diensten waren immers al te vaak negatief of repressief."
“Michiel is een jeugdwerker die met ons komt pekelen (jongerentaal voor samen chillen, samen rondhangen). Als wij dan vragen hebben voor de gemeente, dan kunnen we die via Michiel stellen. Ook als we met vragen over onszelf zitten, kunnen we deze stellen aan Michiel.” (Jongere project Move-it)
"Stap voor stap wordt er gewerkt aan de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren, al dan niet met extra ondersteuning van andere welzijnswerkers, zoals bv. de drughulpverlener. Door bruggen te bouwen met georganiseerde jeugdwerkvormen (bv. jeugdhuizen) en buurtbewoners vinden de jongeren meer aansluiting bij hun omgeving waarin ze zich vaak verstoten voelen. De erkenning van een zeker eigenaarschap over de omgeving stimuleert ook de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor diezelfde omgeving.”