Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Sint-Katelijne-Waver

“Beschouw het niet als een doel maar een middel om een kindvriendelijker beleid te beko-men. Het label is vooral een kans om kindvriendelijk beleid, vertrekkend vanuit de kinderrechten, te verankeren doorheen beleidsdomeinen.” (Yente Wijns, jeugdconsulent)

Label ontvangen in 2018, verlengd in 2024.

Waarom kiest de gemeente voor kindvriendelijkheid?
Kristof Sels, burgemeester:
“Kindvriendelijk is mensvriendelijk. Als we iets doen of maken waarbij rekening is gehouden met kinderen (en dus ook kinderen in een kinderwagen), dan is het ongetwijfeld in orde voor alle mensen. Het is bovendien een groep wiens stem anders niet (of te weinig) gehoord zou worden. Kinderen zijn de toekomst: door ze nu reeds te betrekken maken we bewuste burgers van hen, die later ook dezelfde openheid zullen hanteren.”

Yente Wijns, jeugdconsulent: “Kinderen en jongeren zijn een kwetsbare doelgroep, zij vormen een goede barometer om beleid aan af te toetsen. Of zoals de burgemeester al zei: ‘Kindvriendelijk is mensvriendelijk’. We zochten bovendien naar een maatstaf voor kwalita-tief jeugdbeleid. Het traject naar het label zorgt voor een diepgaande analyse van het beleid door een kindvriendelijke bril. Het doet alle betrokken actoren en partners nadenken over hoe zij kunnen bijdragen aan een kindvriendelijker beleid. Op die manier zorgen we ervoor dat kindvriendelijkheid een gedragen beleid is. Samen geraak je verder.”

Heb je tips voor andere steden en gemeenten die werk willen maken van kind(jeugd)vriendelijkheid?
Kristof Sels, burgemeester:
“Maak er een dienstoverschrijdende visie van. Iedereen is ooit kind geweest, en kan zich dus inleven in die leefwereld. Het vergt dus enkel de vaste gewoonte om alles ook even langs kinderzijde te bezien. Iedereen, elke dienst kan dat, voor elk project. En diensten die betrokken zijn (geweest) bij de opmaak van de visie, zijn sowieso meer geneigd dit te blijven doen. Betrek ook kinderen in projecten. Dat vergt andere methodes van inspraak. Maar ze zijn steeds de moeite waard. Kinderen hebben immers ‘een andere bril op de wereld’, en zijn zo eerlijk als een kind.”

Yente Wijns, jeugdconsulent: “Beschouw het niet als een doel maar een middel om een kindvriendelijker beleid te bekomen. Het label is vooral een kans om kindvriendelijk beleid, vertrekkend vanuit de kinderrechten, te verankeren doorheen beleidsdomeinen. Het moeten niet altijd nieuwe projecten zijn, je kan ook héél wat bereiken door je kindvriendelijk wagonnetje aan andere projecten vast te maken."

“Om kindvriendelijkheid uit te bouwen, hoef je niet altijd nieuwe projecten te starten. Je kan ook héél wat bereiken door je kindvriendelijk wagonnetje aan andere projecten vast te maken.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Yente Wijns, jeugdconsulent:
“De sociale dienst organiseert inleefsessies voor andere diensten van het lokaal bestuur omdat we willen inzetten op preventie, laagdrempeligheid en het normaliseren van hulpvragen. De deelnemers worden ondergedompeld in concrete casussen en ondervinden van binnenuit situaties van maatschappelijke kwetsbaarheid. Deze inleefsessies vinden plaats in een groep van ongeveer 12 personen en in een gemoedelijke sfeer, waarbij we de deelnemers motiveren om hun ervaringen te delen. De nadruk ligt op kennismaking met hulpverlening, de doelgroep en uitwisseling van ervaringen. De sociale dienst informeert de deelnemers over de processen en procedures: wie doet wat, de partners, en het proces van intake tot sociaal onderzoek en het bijzonder comité. Zo verhelderen we de processen rond hulpverlening. Er wordt een casus voorgesteld, waarna de deelnemers in groepjes aan de slag gaan om een eigen casus te analyseren en een plan van aanpak te presenteren. Collega’s nemen vrijwillig deel en tijdens de sessies wordt actief geïnterageerd om inzichten en ervaringen te delen. Deze sessies bevorderen sterk de samenwerking tussen de diensten. We bieden dit ook aan voor andere organisaties, scholen, etc.”