Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Nazareth

Label behaald in 2022

“Het voorbereidend traject heeft gezorgd voor een gezamenlijk engagement om werk te maken aan de basisrechten van elk kind in de gemeente, met name het recht op gelijkwaardige ontwikkelingskansen.” (Bieke Ingels, coördinator opvangwerking)

Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?

Thomas Van Ongeval, Schepen van Jeugd: “Het lokaal bestuur investeert al langer in een breed en gevarieerd vrijetijdsaanbod. Het traject geeft ons de kans om meer de stem van kinderen en jongeren te horen en te laten horen, en die mee te nemen bij de bepaling van het lokaal beleid in alle beleidsdomeinen”.

Dirk Vos, Schepen van Onderwijs: “Een lokaal bestuur dat inzet op kindvriendelijkheid, zet ook in op vriendelijkheid voor de hele samenleving”.

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?

Bieke Ingels, Coördinator Opvangwerking: “Het voorbereidend traject heeft gezorgd voor een gezamenlijk engagement om werk te maken aan de basisrechten van elk kind in de gemeente, met name het recht op gelijkwaardige ontwikkelingskansen. Het label is hier een continue reminder van en zorgt zowel ambtelijk als politiek voor meer slagkracht wat betreft het strategisch beleid”.

Barbara Thys, Coördinator Huis van het Kind: “Bij de start was het nog heel hard zoeken. Zoeken naar de juiste aanpak, de juiste structuur, de juiste partners. Doorheen het traject is het enthousiasme en het draagvlak onder de diensten steeds groter geworden. Voor mij is dit het meest waardevolle aan heel dit traject. Kindvriendelijke gemeente is niet enkel meer een verhaal van de ‘jeugdige’ diensten, maar is een verhaal geworden dat gedragen wordt door heel veel partners”.

Nele Van Havere, Deskundige Cultuur en Erfgoed: “Door samen na te denken over kindvriendelijk beleid, kom je tot discussie en afstemming over andere beleidsdomeinen. Werken aan kindvriendelijke gemeente is dus niet alleen een meerwaarde voor de kinderen en jongeren in de gemeente, het draagt bij tot een beter en doordachter beleid in het algemeen”.

"Werken aan kindvriendelijke gemeente is dus niet alleen een meerwaarde voor de kinderen en jongeren in de gemeente, het draagt bij tot een beter en doordachter beleid in het algemeen”.


Waar zijn jullie het meest trots op?

Thomas van Ongeval, Schepen van Jeugd: “Onze participatiemomenten zoals de nazomerbar, een moment dat we naar de jongeren toe gestapt zijn en mét de jongeren hebben gepraat. En de betrokkenheid van de jeugdraad tijdens de participatiemomenten. Iets waar we naar de toekomst toe op moeten blijven inzetten”.

Heidi Declercq, Beleidsmedewerker: “De zeer creatieve, positieve en enthousiaste groep, die het er allemaal bij nam in drukke tijden, en de wederzijdse uitwisseling van ideeën en kennis”.
Nele Van Havere, Deskundige Cultuur en Erfgoed: “Het traject kindvriendelijke gemeente heeft heel wat in gang gezet op vlak van participatie van kinderen en jongeren. De eerste zaadjes zijn geplant die in de toekomst zullen verder gezet worden. Ook het werken via de leerlingenraden van de scholen was een schot in de roos. We hebben op dat vlak grote stappen vooruit gezet en zullen naar de toekomst zeker nog groeien”.

Lien Renaux, Deskundige Jeugd: “Kindvriendelijkheid is voor mij het meest geslaagd als we zouden kunnen zeggen dat we het label niet nodig hebben om het als lokaal bestuur te kunnen zijn. We zijn op goeie weg en ik ben trots op de veranderingen die ik zie in onze organisatie”.

“Kindvriendelijkheid is voor mij het meest geslaagd als we zouden kunnen zeggen dat we het label niet nodig hebben om het als lokaal bestuur te kunnen zijn."


Waar willen jullie zelf nog aan werken?

Sofie Schrooyen, Deskundige Inclusie: “Het huidige beleid samen onder de loep blijven nemen en zien waar er verbeterpunten zijn. Om zo alle kinderen en jongeren een kans te geven, de stem van kinderen en jongeren laten horen aan het bestuur, kinderen en jongeren zichzelf laten ontdekken en hen daarin (onder)steunen, …”

Barbara Thys, Coördinator Huis van het Kind: “Omdat we geen algemeen secundaire scholen hebben binnen onze gemeente, blijft het een uitdaging om de jongeren te bereiken. Een groot deel kunnen we bereiken via de jeugd- en sportverenigingen, maar we willen er voor zorgen dat we ook de anders-georganiseerde jongeren bereiken en betrekken. Tijdens ons voortraject werd duidelijk dat de kinderrechten meer en meer onder druk komen te staan, en voor kinderen die opgroeien in een kwetsbare positie nog sterker. Het bereiken en betrekken van die kinderen en jongeren vormt voor ons allemaal een uitdaging”.

Thomas Van Ongeval, Schepen van Jeugd: “Het implementeren wat we hebben voorgesteld en de kinderen en jongeren daar nog meer in betrekken. Veel meer uit handen geven en kinderen en jongeren de ruimte bieden om te experimenteren. Kinderen en jongeren echte ambassadeurs laten zijn en hen vanuit het lokaal bestuur ondersteunen”.

Kindvriendelijk beleid in de praktijk

Lien Renaux, Deskundige Jeugd: “We organiseerden twee nazomerbars in september. Het doel was vooral de tieners, ‘hangjongeren’, skaters, … te bereiken. Maar het werd veel betekenisvoller dan dat. Hier viel echt alles samen, alles waar we naar streefden in dit kindvriendelijk traject: we hebben er jongeren ontmoet die we anders niet of moeilijk bereiken, de ‘beruchte’ buurt van het skatepark werd positief in de kijker gezet. Er was heel wat inspraak met een veel breder bereik dan voorzien. Maar ook: de kinderen, jongeren, buurtbewoners, … leerden de medewerkers van het lokaal bestuur beter kennen en ook de jeugdraad was massaal vertegenwoordigd. We konden zien en voelen dat deze initiatieven sterk buurtversterkend werken, zeker door de heerlijk onbezonnen nazomersfeer waar volop ruimte was voor ontmoeting. De jongeren/skaters konden ons niet alleen hun kunsten laten zien, maar we kwamen vooral ook te weten wat hen bezig houdt en waar ze van dromen”.