Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Sint-Katelijne-Waver

Label behaald in 2018

Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Kristof Sels, burgemeester en schepen van jeugd: “In onze gemeente is één vierde van de inwoners tussen 0 en 18 jaar oud. Daarnaast zijn we ook een onderwijsgemeente: je kan er van peuter tot student hoger onderwijs terecht. Tijdens schoolperiodes zijn er dus nog meer kinderen en jongeren in onze gemeente. Ook naast de schoolmomenten hebben we dankzij talrijke opvangmogelijkheden en het grote aanbod aan jeugd- en sportbewegingen heel wat kinderen actief in onze gemeente. Ze vormen een belangrijke groep en dit willen we dan ook benadrukken.”


Klaartje Mariën, jeugdconsulent: “Door de wijzigingen in het decreet lokaal jeugdbeleid, gingen we op zoek naar een manier om het beleid voor kinderen, jongeren en gezinnen te bestendigen in het meerjarenplan. Het label biedt de nodige motivatie om blijvend werk te maken van kindvriendelijk beleid. Het realiseren van kinderrechten is geen vrijblijvende keuze vinden we, maar voelen we echt aan als onze verantwoordelijkheid. De vraag is vooral hoe we deze kunnen realiseren. Daarnaast gingen we op zoek naar een maatstaf voor kwalitatief beleid voor alle inwoners: wanneer is iets ‘goed’ voor alle inwoners? Hoe willen we hen benaderen? Welke gemeente willen we zijn voor hen? Het label geeft het nodige antwoord: het is gegroeid vanuit het idee dat kinderen de meest kwetsbare groep zijn en zij vormen een goede barometer om beleid aan af te toetsen. Als kinderen zich goed voelen in onze gemeente, is de kans groot dat volwassenen ook tevreden zijn. Iets wat wij ook erg waardevol vinden aan het label is het geïntegreerd werken, over de beleidsdomeinen heen. In onze organisatie werken we projectmatig: met verschillende diensten realiseren we samen een project.”

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Klaartje Mariën, jeugdconsulent: “Je leert er zoveel uit! Er zijn voortdurend leermomenten:
• Tijdens de analyse: cijfers verzamelen. Dit deden we vroeger met het jeugdbeleidsplan ook maar nu gingen we net iets verder. We gingen dieper in op deze resultaten met focusgroepen zowel intern, als bij het middenveld en bij jongeren.
• Bij de organisatie van belevingsonderzoeken: participatie. Ook dat deden we al maar meestal voor vanzelfsprekende dingen zoals speelterreinen. Dit keer gingen we echt op zoek naar de belevingen (gedachten, ervaringen, gevoelens, herinneringen) van kinderen en jongeren. Dat was nieuw voor ons.
• Mogelijkheden en kansen zien en grijpen: wat kunnen we zelf, wat heeft onze organisatie te bieden, waar zijn er hiaten, kunnen we er aan tegemoet komen,… 
• Het traject naar het label zorgt voor een diepgaande analyse van het beleid. Het is een reflectie op het eigen functioneren en dat van de organisatie: waarom doen we de dingen die we doen?
Het label is vooral een kans om kindvriendelijk beleid te verankeren in de organisatie en doorheen beleidsdomeinen. Door kindvriendelijkheid bespreekbaar te maken, werd er al heel wat in gang gezet. Kleine stapjes hebben ons geleid naar een strategische nota kindvriendelijk beleid over beleidsdomeinen heen. Zeker de moeite waard dus!”

“Je leert er zoveel uit! Er zijn voortdurend leermomenten.”


Waar zijn jullie het meeste trots op?
Gunter Desmet, algemeen directeur: “Het traject kindvriendelijke gemeente heeft heel wat in beweging gezet in onze organisatie. Om dit ook in de toekomst te waarborgen hebben we kindvriendelijkheid structureel verankerd. In het meerjarenplan hebben we een pijler kindvriendelijkheid toegevoegd. Bij elke doelstelling, elk actieplan en elk project vragen we ons af hoe we kindvriendelijker te werk kunnen gaan. Verder hebben we onze organisatiestructuur anders vorm gegeven. Dankzij de opportuniteit van de integratie OCMW-gemeente hebben we alle diensten met als doelgroep kinderen en jongeren, namelijk jeugd, buitenschoolse kinderopvang, onderwijs en kinderarmoedebestrijding samengesmolten tot één dienst. Vanuit deze cluster zal het Huis van het Kind verder groeien.”

“In het meerjarenplan hebben we een pijler kindvriendelijkheid toegevoegd. Bij elke doelstelling, elk actieplan en elk project vragen we ons af hoe we kindvriendelijker te werk kunnen gaan.”


Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Klaartje Mariën, jeugdconsulent: “Dankzij het netwerk vrijetijdsparticipatie en het kinderarmoedeplatform, hebben we al mooie initiatieven opgezet zowel voor anderstaligen als voor personen met een functiebeperking, rond kansarmoede,… Voorbeelden hiervan zijn buurtsport, tweetalige boeken in de bibliotheek, het ‘samen leren, samen lezen’ project, inclusie op het speelplein en in de buitenschoolse kinderopvang,... Samen met interne diensten (sociale dienst, vrije tijd, buitenschoolse kinderopvang, bibliotheek, financiën,…) blijven we hierop inzetten. We willen een stapje verder gaan en ook deze groepen betrekken bij beleidsparticipatie. Daar ligt best een grote uitdaging!”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk
Tijdens een belevingsdag liet de gemeente inwoners op een andere manier kennis maken met de dorpskern: een groene oase op een parking, een rolstoelparcours, een autoloze dorpskern … Daarna ging men aan de slag met een focusgroep volwassenen om het dorpsplein effectief uit te tekenen. Kinderen van het vijfde leerjaar beoordeelden deze ideeën en gaven hun eigen prioriteiten aan. Hierdoor focuste deze aanpak op belevingen. Inwoners stelden het vanzelfsprekende in vraag. Wat startte bij de focus op ‘meer parkeerruimte’ eindigde met ‘inzetten op duurzame mobiliteit en sociale cohesie’. Het werd een positief verhaal en geen klachtenloket. Bij elke stap stonden verschillende diensten klaar om de activiteiten te organiseren en te begeleiden.